dr. Rob van Gerwen
Consilium Philosophicum
Utrecht

 
Kunstfilosofisch Kwartet V

Chassé Theater
Claudius Prinsenlaan 8, Breda
Chasse-Theater, Breda maart-april 2020

Vier filosofen over kunst

In de geschiedenis van de kunstfilosofie zijn veel bijzondere theorieën uitgewerkt. We behandelen er vier in dit derde Kunstfilosofisch Kwartet.

We behandelen in deze colleges vier hoofdstukken uit het boek dat in 2016 van mijn hand is verschenen: Moderne filosofen over kunst, uitg. Klement (2e druk 2017).

...In deze cursus ontwikkelen we een samenhangende visie op kunst...

Over Rob van Gerwen

Dr. Rob van Gerwen is senior docent en onderzoeker aan departement Wijsbegeerte (faculteit Geesteswetenschappen) van Universiteit Utrecht. Hij doceerde ook aan de Koninklijke Akademie voor Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en de Hogeschool der Kunsten te Utrecht. Doceert aan de HOVO's van Nijmegen, Utrecht en Brabant, en aan kunstinstellingen in Den Bosch, Breda, Helmond en Eindhoven. Hij is directeur/eigenaar van Consilium Philosophicum.

Hij publiceerde 175 artikelen en negen boeken, over onderwerpen uit de filosofie van de kunst. Hieronder een met cum laude beoordeeld proefschrift, Art and Experience (1996); verder een boek over Richard Wollheims benadering van schilderkunst, bij Cambridge University Press (2001), en, bij het Centraal Museum in Utrecht, Kleine overpeinzingen. Over kunst kijken in het museum (2003). In 2016 verscheen bij uitgeverij Klement, zijn Moderne filosofen over kunst (tweede druk, 2017).
Eind 2018 verscheen, ook bij uitgeverij Klement, Zullen we contact houden. Hoe we de geest uit ons wereldbeeld verwijderen, over de tegenwerking van de subjectieve geest en onze verantwoordelijkheid door digitale technologie en het objectivisme van de moderne gemechaniseerde wetenschappen — onze eigen (objectieve) geest is daarvoor verantwoordelijk.
Hij schrijft momenteel voor uitgeverij Lontano een boek waarin hij voorstelt om de ethiek op de esthetische aspecten van menselijke interactie te funderen. In de achtergrond rondt hij ook een boek af over Kunst als een morele praktijk, en werkt hij nog altijd aan de esthetica van menselijke schoonheid, gelaatsexpressie en cosmetische chirurgie.
Via zijn websites vindt u onderwijsbeschrijvingen, artikelen, voordrachten, tweets en een weblog. Meer...

Over de cursus

Chassé-Theater: http://www.chasse.nl/
De bijeenkomsten vinden plaats op donderdagen van 19.30-21.30 uur. Zie weekschema hieronder.

Handouts komen beschikbaar na afloop van ieder college. Vraag docent om inloggegevens.

Programma

1. 1 augustus. Van schoonheidsidealen naar kunstvormen.

In de achttiende eeuw verandert er iets aan ons kunstbegrip, het moderne systeem van de schone kunsten ontstaat. Plato's begrip van menselijke schoonheid slaat zowel op uitwendige als op inwendige (morele) schoonheid, een opvatting die ook Kant in par. 17 van zijn Kritiek van het Oordeelsvermogen over het schoonheidsideaal verdedigt. En ook het idee dat kunstschoonheid iets met de empathie van de beschouwer te maken heeft, vinden we ook bij Kant, waar de esthetische ervaring begrepen wordt als een besef dat we onze ervaringen kunnen delen. In Winckelmanns en Lessings discussie over de Laokoon-beeldengroep zien we de overgang van (klassieke) idealen als richtlijnen voor de kunstenaar, naar de kunstvormen van het moderne systeem van de schone kunsten waarbij de nadruk komt te liggen op de vermogens en onvermogens van de verschillende kunstvormen om de beschouwer te raken. Waar afbeelding in zijn algemeenheid als functie heeft over de werkelijkheid te representeren, zijn de kunstvormen hier variaties van waarin het niet meer om de waarheid ten opzichte van de werkelijkheid gaat.

2. 8 augustus. Arthur Schopenhauer, laat-romanticus.

Kunst dient om van ons lijden aan het leven te verlossen. Leven doen we als individu en daarbij zitten we elkaar in de weg. Door ascese komen we los van die strijd, maar met kunst worden we ook verlost, tenminste tijdelijk. Een kunstwerk geeft de universele essentie van een ding weer en niet zijn individualiteit. Schopenhauer combineert in zijn kunstfilosofie de ideeënleer van Plato met de kenniskritiek van Kant.

3. 15 augustus. Hans-Georg Gadamer, hermeneuticus.

Kunstwerken vormen het helderste voorbeeld van wat begrijpen eigenlijk inhoudt. En hoe begrijpen we een kunstwerk? Als een feest, een spel en een symbool -- en zo kan het toegankelijk zijn ook al leven we in een andere periode of cultuur.

4. 22 augustus. Ludwig Wittgenstein en onze taalspelen.

Filosofen hebben de neiging theorieën te bouwen, maar die zijn meestal gebaseerd op slecht begrepen analogieredeneringen. In de esthetica is dat niet anders. Wat is een esthetische ervaring eigenlijk voor iets? Kunnen we schoonheid wel definiëren, of beter: moeten we dat wel willen? De taal waarmee we over kunst praten, veronderstelt een levensvorm die misschien in de Middeleeuwen nog niet bestond.

Weblog

Philosophy of the Arts, a blog by Rob van Gerwen