dr. Rob van Gerwen
Consilium Philosophicum
Utrecht

 

Moderne filosofen over kunst, 2016

Index van onderwerpen

A

  • a posteriori 132, 143n
  • a priori (analytisch of synthetisch) 39, 77, 80, 83, 84, 93, 98, 114n, 133-135, 138, 143n, 171, 191, 194, 218-219
  • aandacht 58
  • aangeboren (zie ook: ideeë) 95, 112n
  • aangename, het 36n, 96, 100, 113n, 326, 367n
  • aankijken 34, 37n
  • aanschouwingen (blinde) 119; vormen van de 94, 95, 132-134, 143n, 171, 179, 194, 196n, 269, 339
  • aantrekkingskracht 332, 333, 366n
  • absolute, het 152, 156, 168, 178, 248
  • abstracte kunst 346, 371n
  • abstractie 59n, 62n, 103, 164, 183, 192, 193, 194, 199n, 268, 341, 342, 343, 346, 369n
  • academische kunst 50
  • accidens 135
  • achttiende eeuw 16, 38-145
  • acteren / acteurs 329, 361
  • activiteitsnotie 296, 307n
  • adagio 357
  • adamitische taal 199n
  • afbeelding 34, 141n, 252, 261, 262, 279, 287, 289-291, 306n, 308n
  • afschuwelijke, het 188
  • afstand 333
  • afwisseling 108
  • akoesmatisch (en akoestisch) 142n
  • algemeengeldigheid (zie ook geldigheid) 268
  • alledaagse, het 81-82, 211, 268, 351, 354
  • allegorie 125
  • ambachtelijkheid 123, 233, 240
  • analogie(redenering) 278, 365
  • analogon rationis 49
  • analytische filosofie (filosofische analyse; esthetica) 277, 297, 310n, 326, 340
  • anamnese 342
  • ander, eigenheid van de 28
  • andere, het 257, 270, 273
  • angst 202, 253
  • animeren 331
  • anti-essentialisme 61n
  • anti-realisme 302
  • anticipatie (op volkomenheid) 225, 286, 321
  • antinomie Adorno 251, 257, 264, 273n, 364; van de smaak 97-108, 113n, 214, 273n, 335
  • antirealisme 203
  • antisemitisme 174n
  • apperceptie (zie perceptie)
  • arbeid van het begrip (Hegel) 152
  • archetype 127
  • architectuur, bouwkunst 127, 163, 170, 188, 206
  • argumentatie (visuele) 242, 295, 338
  • artefact 124
  • artistieke kwaliteit 18
  • artistieke problemen 264
  • aspectblind 296
  • aspectdaging 291, 292, 310n
  • aspectwaarneming 291-297, 365
  • associaties 49, 66, 69-71, 84-87, 118, 120, 129, 287, 288, 308n, 321, 322, 323, 331
  • atomen 65
  • atonaliteit 266
  • aura 274n
  • auteur 226
  • authenticiteit 29, 30, 255, 258
  • autisme 296, 308n
  • autonome kunst 239, 252-253, 258, 262, 264, 267
  • autonomie (morele) 329, 337
  • autoriteit 97, 224, 226, 242, 353
  • avant-garde 238, 252, 275n, 362-364

B

  • bedoeling 108, 226, 258, 285, 288, 309n, 354
  • beekje, kabbelend 108
  • beeld 148, 154, 155, 171, 259, 261, 283, 363
  • beeldende kunst 50, 126
  • beeldhouwkunst (zie ook sculptuur) 206
  • beeldverbod 292, 293
  • begrip (begrijpen) 69, 94, 96, 98, 99, 101, 133, 144n, 172-173, 192, 194, 204, 232, 234, 240, 241-244, 248, 256, 263, 273n, 336, 341, 342, 343, 353-359; zuivere 135
  • begrippen van het verstand (bepalende, onbepaalde) 98, 99
  • begripsgeschiedenis 354
  • belangeloosheid 96, 199n, 211, 222n, 324, 327-328, 330, 333, 340-342, 348
  • belangen 99-103, 327, 348, 362
  • beleving 235
  • bemiddeld (bemiddeling) 164, 174n, 262
  • bepalingsgronden 109
  • beschouwer (-ing) 209, 217, 233, 238, 239, 253, 356, 359
  • beschrijving (objectief) 282
  • bestaan, geloof in 219
  • betekenis 46, 135, 136, 172, 218, 278, 279, 285, 286, 287, 288, 289, 294, 309n, 356; van het kunstwerk 257-258; -overschot 274n, 355-356; -systeem 370n; -verwachting 225, 241, 355
  • bewijzen 81, 97, 98, 123, 136
  • bewustzijn 58, 151, 201-205, 254, 257, 258, 269
  • bijbel 223
  • Bildung 231, 243, 244, 259
  • biografieën 356
  • biologie (evolutie) 18, 27, 197n, 295, 312n, 314n
  • blinde 82
  • bloemen 103
  • blote oog, het 233
  • botanicus 103
  • bron en restant (overblijfsel) 240

C

  • camera 317, 346
  • carnaval 238
  • cartesiaanse twijfel (zie ook: Descartes) 223
  • categorieën (van het verstand) 88n, 94, 95, 132, 134-135, 137, 144n, 171, 179, 191, 196n, 205, 248, 249, 252, 255, 269, 272, 339, 369n; esthetische 187-188, 212, 255, 267
  • categorische imperatief 330
  • causaliteit (zie ook oorzaak) 93, 135, 139, 180, 181, 182, 190, 192, 194, 195, 214, 298, 319
  • chinees 281, 314n
  • christendom 148, 170
  • Christus 169
  • cinema 60n
  • circulariteit 81
  • classicisme 113n
  • classificeren 69, 217, 232, 263, 288, 326
  • cogito (ergo sum) 130, 151, 196n
  • common sense 66, 89n, 111, 162
  • communicatie 72, 74, 89n, 105, 106, 117, 126, 230, 234, 326, 336, 355, 356
  • complexiteit 289
  • compositie (componist) 78, 189, 237, 356, 357
  • concentratiekampen 262, 272
  • concepten 62n, 99, 103, 104, 106, 110, 111, 202, 248, 288, 320, 369n; filosofische 154, 155, 278; mentale, psychologische; 279, 304-305, 308n; volledige 43, 54-55, 56, 58, 91n
  • constructivisme 320
  • consumptie (-goederen) 262, 341, 348
  • contemplatie 188
  • context (omgeving) 71-77, 278, 281, 283, 285, 288, 305, 307n, 354
  • contradictie 55, 85, 298
  • conventies 71, 72
  • copernicaanse wending (Kant) 131, 135, 144, 337
  • correctheid, normen van (zie ook: criteria) 72-77, 78, 163, 283, 284, 296, 328, 338, 351, 368n
  • cosmetische chirurgie 30-32, 37n
  • creativiteit 49, 96, 119-120, 161, 178, 179, 207, 208, 213, 216, 264, 272, 315, 316, 328, 329, 331
  • criteria (voor smaak, correctheid) 66, 71, 77, 80, 89n, 101, 163, 214, 215-217, 224, 232, 233, 275n, 279, 280, 303, 316, 317, 322, 323, 363, 365
  • criticus, de 75, 77-81, 214, 267, 284, 322, 368n, 369n
  • cultuur 32, 33, 80, 82, 89n, 129, 130, 285, 292, 305, 307n, 312n; -historisch 361; -industrie 252, 261, 275n

D

  • dadaïsme 252
  • dans 16, 129
  • deconstructivisme 275n
  • decoratie (behang) 103, 104, 127
  • deductief (deductie) 52, 84, 114n, 247, 251
  • definitie 40, 47, 55, 68, 84, 87, 100, 140n, 156, 157, 204, 247, 252, 277, 278, 280, 296, 299, 302, 303, 367n; van kunst 306n, 361
  • delen van ervaring 136, 327, 336, 339, 358
  • demonstratie 49
  • denken 270, 280, 288, 309n, 322
  • depressie 202
  • derde-persoons 304, 305
  • design 16, 35n
  • dialectiek (zie ook: negatieve dialektiek) 148-154, 138-139, 142n, 147-176, 229, 230, 248, 251, 256, 268-272, 336, 338, 340; van de Verlichting 249, 250, 251, 253-256, 268-272
  • dieren 36n, 57, 65, 86, 94, 333
  • dik en dun 16, 23-24, 27-32, 34, 36n, 284, 311n, 322, 365n
  • Ding an sich (zie ook werkelijkheid op zichzelf) 131, 139, 171, 172, 177, 183, 184, 185, 205, 339-340, 363
  • dingen (zie ook objecten) 127, 131, 135, 204
  • discursieve kennis 268-272
  • discussie over smaak 71, 77, 79, 98
  • dispositie 84
  • doel(einde) 101, 103, 104, 113n, 121, 162, 234, 281, 359
  • doelmatig (zonder doel) 96, 126, 222n, 324
  • doelmatigheid 109, 121, 156, 184, 330; biologische 330; interne 237, 258; objectieve 101, 103, 108; subjectieve 28-29, 101, 103, 107-109, 282, 324, 335, 337, 341; interne 165-167
  • drie-eenheid 169
  • drogredenen 138, 317, 318
  • dromen 321
  • dualisme (lichaam-geest) 290

E

  • ectype 127
  • eenheid 108; in veelheid 47, 117
  • eerste-persoons 301, 304, 305
  • ego 150
  • Egypte 147, 165
  • eigennamen 199n, 272
  • eigenschappen 57, 62n, 65, 67, 68, 71, 72, 77, 80, 94, 101, 134, 262, 267, 323, 325, 365; esthetische 366n; objectieve (en subjectieve) 74, 78, 140n, 207, 282, 292, 299, 307n
  • eigentijdsheid (absolute) 237-239, 241, 354-355
  • einde van de kunst Hegel 18, 147-148, 337, 338
  • eindigheid 40, 43, 229, 239
  • emotie (sentiment) 67, 68, 72, 74, 76, 77, 78, 80, 82, 211, 213; van schoonheid 68-69, 71, 74, 79, 80, 97, 98, 99, 322, 323, 334, 336
  • emotivisme 283
  • empathie 30, 121, 331
  • empirisch 78, 80, 94, 97, 110, 134, 144n, 193, 259, 269, 325, 332, 336, 351, 368n
  • empirisme 53, 81, 93, 98, 130-133, 143n, 151, 171, 203, 204, 219, 242, 259, 279, 320, 335, 366n
  • epistemologie 18, 41, 60n, 195
  • ervaring 133, 135, 137, 148-149, 198n, 203, 219, 228-230, 309n, 317, 318; hermeneutische 231; perceptuele 292; van betekenis 287
  • essentialisme 61n, 277, 365
  • essentie 47, 61n, 202, 204, 218-219, 280, 300, 353
  • esthetica 313n, 356; Baumgarten 39-50, 315-320; empiristische 256; filosofische 15, 35n, 43, 201, 243, 256, 280, 298, 299; Hegel 157-171
  • estheticisme (l'art pour l'art) 339, 361
  • esthetisch object, situatie 89n, 96, 207, 208, 210, 211-217, 220, 221, 287, 351; oordeel 284, 323, 331, 341, 364; ervaring 232, 253, 282, 324, 336, 351, 364; houding 327-328; normativiteit alg. ; 17, 18, 74, 107-112, 118, 208-214, 322-324, 324-328, 332, 338; theorie 269; waarden 26, 31, 351, 352, 362; waardering 17, 208
  • ethiek (ethisch) 18, 201, 232, 298, 299, 300, 313n
  • ethos 359
  • evaluatie 89n
  • evenwicht 69
  • evocatie(theorie) 162
  • evolutiebiologie (verklaring) 259, 332, 333, 368n
  • exemplarisch 106, 184, 186
  • existentialisme 221n
  • experiment 37n, 263, 264, 363, 364
  • expressie 53, 58, 126, 142n, 189, 252, 282, 284, 285-287, 294, 305, 307n, 319, 365; artistieke 141n, 278, 285, 287, 368n; natuurlijke (van het gelaat) 141n, 278, 285, 296, 331, 356; transitief of intransitief 308n; muzikale 357
  • extensief heldere kennis 43, 46, 48, 199n, 273n, 274n, 275n, 315, 316, 317, 320, 350, 359, 369n, 371n

F

  • familiegelijkenis 280, 306n, 365
  • familiekiekjes 348, 349
  • fantasie 49, 86, 95, 96, 128, 158, 186, 212, 218, 366n
  • fantasma 49, 50
  • feest 237-239, 359, 361
  • feit-waarden onderscheid 88n
  • feiten 69, 84, 85, 203
  • fenomenalisme 203, 219, 222n
  • fenomenaliteit 44, 47, 157, 172, 178, 256, 318, 325, 326, 359, 366n, 367n
  • fenomenen 43, 46, 71, 74, 202, 204, 217, 222n, 317, 365
  • fenomenologie (fenomenologisch) 201-222, 241, 289, 299, 305n, 351, 353, 367n; methode 217-220, 221, 278, 352; reductie 206, 219-221, 271
  • fetisjisme 259-262, 267, 275n
  • fictie 86, 360
  • figuur 56
  • film(sterren) 26, 30-31, 113n, 206, 265, 283, 295, 317, 318, 333, 359, 365n
  • filosofie 136, 201, 204, 220, 234, 244n, 266, 271, 306n, 322, 325, 337, 338, 364; Hegel 147, 148, 153, 154-157, 158, 172, 178
  • filosofie van de kunst 48, 157, 337, 368n
  • filosofische interpretatie 258, 267
  • filosofische legitimatie 135-139
  • filosofische methode empiristisch 81-88; fenomenologisch 217-221; filosofische grammatica Wittgenstein) 287-289, 301; hermeneutische 241-244; rationalistisch 52-59; transcendentaal (Kant) 97-112, 130-139
  • formele rol, formalisme 108, 109, 161, 240, 286, 329, 339, 366n, 367n, 368n
  • fotografie 27, 36n, 245n, 274n, 286, 290, 292, 308n, 310n, 318, 346, 348-351
  • found art ; 142n
  • foute beschrijving 71
  • fuga 255
  • functionaliteit (functieloosheid) 69, 89n, 96, 101, 124, 261, 282

G

  • gebaren 281
  • Gebilde (Gadamer) 235
  • gebruik (van taal) 281, 303, 304
  • gebruikswaarde 261, 268
  • gedachten 55, 82, 149, 162, 292
  • gedateerd 358
  • gedragsschakeringen, fijne 281, 284, 286, 294
  • geest 53, 58, 63, 64, 67, 69, 71, 87, 88n, 90n, 94, 95, 122, 131, 147, 149, 152-156, 159, 162, 168, 172, 173, 178, 248, 288, 289, 290, 299, 310n, 322, 331, 336-339, 369n; absolute 153; objectieve en subjectieve 152, 153, 369n
  • geesteswetenschappen 201, 229, 231, 232, 241-244, 244n
  • geheugen 49, 57, 86, 303
  • gehoor 65
  • gelaat 29-32, 57, 290, 305n
  • gelaatsexpressie 51, 306n, 308n
  • geldigheid, universele 97, 98, 100, 105-106, 107, 111, 112, 275n, 326
  • gelijkheid, gelijkenis 64, 86, 292, 322
  • gelijktijdig 241
  • geloof 86
  • geluid 65
  • gemaakt (karakter van kunstwerken) 263
  • gemeenschap 79, 232
  • gemeenschappelijke zin (Gemeinsinn) 110-112, 136
  • gemeenschappelijkheid 238
  • Gemeinsinn (zie gemeenschappelijke zin)
  • gemoed (stemming) 163
  • genie 119-120, 122, 124, 141n, 161, 185-187, 233, 234, 244n, 245n, 313n, 327, 331, 341, 343, 369n
  • genoegen 106, 107, 109, 181, 237, 325, 335
  • genre 255, 256, 264, 326
  • genus 183
  • gepast wijzen 89n, 90n, 323, 366n
  • gepastheid 89n, 103, 325, 335
  • gereedschap 240
  • geschiedenis (van de kunst) 78, 148, 167-170, 201, 247
  • geschiedfilosofie (geschiedschrijving) 147, 224, 242, 270
  • Geselligkeit (Kant) 33, 324, 327, 329, 336
  • gesprek 227, 356
  • Gestalt 88n, 209, 210, 213, 351
  • getal 56
  • geur 56, 65
  • gevoel 79, 301, 303, 307n
  • gewaarwording 58, 64, 79, 81, 84, 109, 117, 123, 143n, 159, 192, 268
  • gewaarwording, wat de zintuigen direct in de ~ bevalt 105, 109, 110, 124, 128, 326, 333
  • gewoonte / gewenning 64, 84-87, 132, 204
  • gezicht(szintuig) 65
  • gezond verstand 44, 45, 78, 111-112, 231
  • glas-in-lood 16
  • glimlach 295, 308n
  • God (goden) 40, 43, 48, 54, 55, 58, 62n, 91n, 132, 147, 154, 167, 169, 170, 178, 244n, 298, 371n
  • goedheid(oordelen) 101, 103, 104, 113n, 248
  • grammatic (artistieke) 291; filosofische 291, 309n; analogie 277
  • Griekse (goden) 159, 167, 170
  • grondtoon 189
  • grootsheid 48, 50
  • grootte 56
  • grotmythe 369n

H

  • haardvuur 108
  • haast 224
  • handeling (opties) 79, 181, 190, 193, 194, 197n, 289, 294, 298, 321
  • harmonie 69, 73, 108, 212, 213, 214, 324; vooraf ingesteld 40, 54, 87; -structuren, kwalitatieve 213
  • heden, tijdloos 239
  • helden 361
  • heliocentrisme 132
  • herhaalbare (ervaring) 228
  • herinnering 63, 82, 228, 244, 303
  • herkenning 237
  • hermeneutiek 244n, 250, 305n, 353, 370n
  • hermeneutisch 221n, 280, 285
  • hermeneutische cirkel 225-228, 244n, 284, 354
  • hersenen 18, 88n
  • heternoom 239, 252-253, 258
  • hiërarchie van kunsten 187, 329
  • historisch 230, 268, 269, 285, 337
  • historische definitie van kunst 306n
  • historisme 224, 226, 270
  • holisme 284, 288
  • homunculus-argument 352, 370n
  • horizon 205, 227, 228, 285, 346, 357
  • houding (esthetische) 74, 209, 211, 213, 214, 287
  • humaniora 120, 123
  • humanisme 231

I

  • iconische foto's 348
  • ideaal 165
  • idealisme 201, 205, 206, 220, 221, 221n, 271, 289, 302, 353, 369n, 370n
  • ideeën 321, 345, 346, 349; aangeboren 83-84; Baumgarten, Leibniz 41-44, 46, 48, 55-57, 61n; esthetische 113n, 117-119, 126, 139n, 140n, 275n, 331, 335, 369n, 370n; Hegel 157, 164-171, 249; heldere, verwarde, onderscheiden, adequate 55-57, 82, 134; Hume 63-64, 67, 83, 84, 86, 87, 88n, 90n, 143n, 269; morele (zedelijke) 128, 141n, 330; Plato 32, 183, 184, 192, 344, 346, 347, 351; Schopenhauer 183-190, 199n, 342-351, 363, 370n; van de rede 118, 129, 130, 144n, 330; en begrippen 164-165, 183-188, 202, 259
  • identificatie 254, 268, 293, 362
  • identiteit (persoonlijke) 57, 61n, 234, 237, 254
  • ideologie 247, 249, 250, 255, 259, 272, 363
  • idiosyncratisch 76, 118, 150, 151, 207, 264, 336, 364
  • illusie 57, 65, 89n, 159, 366n
  • imitatie 124, 317, 328
  • impressionisme 221n, 222n
  • in zichzelf (onbemiddeld) 148
  • individu (individualiteit) 47, 54, 55, 57, 59, 61n, 62n, 181, 182, 183, 185, 186, 187, 188, 269, 272, 315, 340, 342, 346, 362
  • individuele stijl 311n
  • indrukken 65, 128, 279, 320, 322; Hume 63-64, 82-83, 84, 90n, 143n, 151, 269
  • inductie 57, 85, 204, 242, 269
  • informatie 137
  • inleven 228
  • inspiratie 44, 167
  • installatiekunst 359, 361
  • instinct 87
  • institutionele definitie van kunst 306n
  • instrumentele rede 248, 251, 254, 261, 268, 269
  • integratie 225, 284
  • intellect (zie: verstand)
  • intelligibiliteit (begrijpelijkheid) 69, 72
  • intensieve helderheid 42, 43, 178, 273n, 274n, 316, 369n
  • intenties 236, 253
  • intentionaliteit 202, 204-205, 208, 219, 222n, 370n
  • intentioneel object 206-208, 216
  • intentionele drogreden 16
  • interactie 31, 34, 285, 286, 294
  • interpretatie 126, 225-228, 237, 239, 240, 263, 266, 284, 287, 338, 355, 364
  • intersubjectief 76, 150
  • intonatie 283, 307n
  • introspectie 33, 195, 277-282, 302, 337, 352, 353
  • intuïtie (directe) 202
  • invoelen 285
  • inwendig en uitwendig 279, 283, 306n
  • islam 175n

J

  • jodendom 148, 169, 175n, 272, 273
  • journalistieke foto's (nieuwsfoto's) 348, 349
  • juistheid

K

  • kalon (gr.: schoonheid) 167, 333
  • karakter (karakteristiek) 79, 182, 183
  • katharsis 163
  • kennis 58, 59n, 68, 75, 81, 83, 97, 99, 100, 103, 105, 106, 108, 130-135, 152, 186, 192, 195, 209, 302, 316; analytisch vs. synthetische 132; discursieve 42, 43, 47; fenomenale 43; objectieve 94, 131, 133; volledige 40, 52; zintuiglijke 41-48, 52
  • kennisoordelen 119, 193, 229, 267
  • kennistheoretisch 215, 250
  • kenvermogens (zie ook: vrij spel) 97, 99, 100, 103, 106, 115n, 132, 324
  • kitsch 238
  • klanken 109, 128, 326
  • klassenloze samenleving 266
  • kleding 122
  • kleur 56, 65, 80, 109, 128, 298
  • kleurenblind 65, 80
  • kritiek (kritisch) 231, 249, 255, 256, 338, 354, 362
  • kritische theorie 268
  • kubisme 221n, 252
  • kunst 42, 79, 147, 153, 154-157, 178, 179, 183-190, 194, 249, 300, 337, 338, 361, 370n; aangename 123-124; Adorno 362; kunst, conceptuele 114n; esthetische 123, 331; Kant 96, 117-130; mechanische 123, 124
  • kunstconcept (definitie van kunst) 35n, 156, 252
  • kunstenaar 17, 44, 46,47, 48-50, 117-122, 125, 140n, 157, 161, 165, 167, 186, 209, 217, 221, 233, 244n, 252, 256, 257, 264, 285, 316, 317, 328, 329, 343, 354, 356, 359, 363, 369n
  • kunstfilosofie, Kant 328-336
  • kunstfoto's 348, 349
  • kunstgeschiedenis 160, 252, 338, 361
  • kunstkritiek 266
  • kunstpraktijk 284, 367n
  • kunstreligie 168, 170
  • kunstschoonheid 118, 158, 239, 330, 332, 337
  • kunstsociologie 259, 332
  • kunsttheorie 48, 160, 161, 306n
  • kunstveiling 262
  • kunstvormen 51, 198n, 328, 329, 353
  • kunstwereld 252
  • kunstwerk 78, 123, 186, 259, 282, 285, 369n; Adorno 259, 363; Baumgarten 44, 47, 48, 50, 317; Gadamer 234-241, 356; Ingarden 206-208, 212, 213, 215, 221
  • kunstwetenschappen 263
  • kwaliteiten, metafysische 213; objectieve en subjectieve 366n; secundaire en primaire 65-66, 89n, 142n, 320, 323, 366n; waarneembare 85
  • kwantitatief 202
  • kwetsbaarheid 232

L

  • landschap 36n
  • leefwereld 228, 280, 288, 307n
  • legitimatie (crisis) 250, 273n
  • lekker (aangenaam) 109, 135, 136
  • lelijkheid, afstotelijk 52
  • lelijkheid 20-21, 45, 90n, 125, 267; als morele categorie 24, 31, 37n; definitie 23
  • lenzen 317, 350
  • letterlijk 140n
  • levendigheid 48, 50, 82, 90n, 317
  • levensvormen 280, 282, 299, 300, 306n, 365
  • levensvraagstukken 299, 313n, 324
  • lichaam 16, 49, 168, 181, 182, 191, 192, 196, 199n, 273, 320
  • licht 48, 50
  • liefde 296
  • lijden 187, 188, 190, 257, 272, 273, 342, 343, 362, 363
  • lijst 115n
  • literatuur 170, 206, 245n, 272
  • logica / logisch 43, 52, 74, 104, 110, 137, 193, 201, 204, 217, 242, 277, 281, 296, 297-299, 300, 309n, 313n, 334
  • logisch-positivisme 219, 277, 301
  • logische principes (niet-tegenspraak, voldoende reden) 60n, 61n
  • logos 359

M

  • maatschappij (zie samenleving)
  • maatschappijkritiek 268, 273n
  • maatstaf 79, 80, 89n, 104
  • maker, de 16, 17
  • marxistisch 261
  • massacultuur 239, 252
  • materiaal (artistiek) 49, 252, 255, 259, 264, 265, 359, 360, 361, 363
  • materialisme (materie) 180, 191, 201, 208
  • materieel object 206, 221, 351
  • mechanisch (mechanica, mechanisatie) 87, 181, 263, 320
  • mededeelbaarheid van gevoel 36n, 93, 107, 136, 137, 324, 326, 327, 341, 367n
  • media (van het denken) 156, 158, 168, 177, 198n
  • meester en leerling (manier of methode) 120, 140n, 306n, 328
  • meesterwerk 125, 313n, 370n
  • melodie 189, 300
  • mens 65, 71-77, 79, 81-82, 87, 161, 168, 172, 177, 178, 186, 187, 189, 239, 337
  • menselijke schoonheid 24-32, 34, 121, 332-336
  • menselijkheid 282, 341
  • mensenkennis 229, 230
  • mentale toestanden 279, 286, 302, 304, 305
  • Messias 148, 169
  • metaforen 139n, 140n, 199n
  • metafysica (metafysisch) 18, 60n, 83, 91n, 95, 137, 138, 188, 199n
  • methode 52-59, 242, 287-289, 328
  • mimesis 59n, 235, 237, 252, 256-258, 262
  • modaliteit, zintuiglijke 88n
  • modern (modernisme) 88n, 241, 298, 320
  • moderne kunst 238, 241, 261, 263-267
  • moderne systeem van de schone kunsten 15-20, 141n, 148, 188, 198n, 256, 335, 337, 338, 358, 360
  • mogelijkheid 135; -voorwaarden 93, 94, 96, 97, 133
  • monade (vensterloos) 40, 43, 53-55, 57, 61n, 112n, 174n, 252, 255, 258, 263, 264-267, 274n, 275n
  • monadische ontwikkeling van kunst 364
  • monotheïsme 147, 169
  • montage 60n, 265, 283, 295, 311n
  • moraal (moreel) 203, 220, 324, 326, 327, 329-332, 367n
  • moral sense 73
  • morele ruimte 291; wet 329
  • motivatie 190, 195, 298
  • muziek 16, 40, 73, 90n, 103, 128, 129, 130, 170, 188-190, 206, 237, 263, 266, 283, 300, 326, 329, 346, 353, 356
  • mystiek 178, 342, 344
  • mythe 178, 223, 224

N

  • nabeeld 346
  • nabijheid 64, 86, 322
  • nabootsing 162, 163, 165
  • naturalisme 203
  • natuurgave 124
  • natuurgeschiedenis (Naturgeschichte) 247, 270
  • natuurschoonheid 21-24, 118, 121, 139n, 158, 324, 328, 329, 330, 366n, 367n, 369n
  • natuurwetenschappen 91n, 93, 181, 201, 202, 203, 242, 243, 253, 269, 299, 313n
  • natuurwetten 298
  • nazisme 363
  • negatie 172, 229, 270
  • negatieve dialectiek 268-272
  • negentiende eeuw 35n, 88n, 146-200
  • net-alsof 293, 310n, 311n
  • neurofysiologie 64, 112n
  • niet-identieke, het 248, 266, 269, 271, 272, 273
  • nihilisme 233
  • nominalisme (nominalistisch) 204, 249, 254, 255, 256, 268, 269, 271-273, 275n
  • noodzakelijk (theoretisch, objectief, logisch) 106, 137; voorwaardelijk 96, 106
  • noodzakelijkheid 135
  • normaal 111
  • normativiteit (esthetische) 110, 232, 298, 318, 324-327, 332, 335, 336, 368n
  • normideeën 113n
  • noumenale, het 172, 178, 181-183, 274n
  • nut 69, 72-74, 89n, 101

O

  • object / ding 64, 65, 67, 68, 71-74, 75, 76, 77, 78, 79, 85, 87, 88n, 89n, 94, 96, 97, 98, 99, 103, 104, 106, 111, 180, 181, 187, 196, 219, 254, 320, 351
  • objectief (objectiviteit) 15, 28, 30, 71, 72, 96, 97, 111, 149-150, 151, 164, 167, 207, 229, 230, 248, 257, 278, 352, 365
  • objectivisme 72-74, 208, 216, 282, 368n
  • observatie 31, 52, 77, 80, 305
  • oefening 79
  • onkruid 69
  • onmiddellijk (onbemiddeld) 147, 151, 159, 189, 191, 234, 244n
  • onrechtvaardigheid 247, 268
  • ontologie 53-55, 66, 206, 220, 221, 279, 353; relationele 275n, 364
  • ontroering 109-110, 129, 273n
  • ontwikkeling (immanente) 54, 172, 252, 255, 262, 263, 264, 265
  • onwaarheid 250, 255, 262
  • oordeel 93, 105, 136, 137, 190, 213, 324-327, 332; correct 68, 77; en genoegen 107; esthetisch 67, 72, 79, 99, 139n, 214-217, 366n, 367n; moreel 90n, 96; synthetisch a priori 114n; teleologisch 139n, 367n
  • oordeelsvermogen (reflecterend) 117, 231, 263, 312n, 324, 332, 338
  • oorsprongsemotie 210-211, 352, 370n
  • oorzaak (en gevolg) 64, 68, 71, 72, 77, 85, 86, 87, 180, 195
  • openheid 229, 230
  • opheffing (Aughebung) 148, 151, 171
  • opinies 369n
  • optica 345
  • opvoeding (morele) 164, 259
  • opvoering 235
  • opwinding 109-110, 126, 129, 188, 213, 273n
  • originaliteit 119
  • Oude Testament 147
  • oudheid 90n, 140n
  • overlevering 229, 230
  • overtuigen 98

P

  • pantheïsme 178
  • parafrase 316
  • particuliere, het concrete 243, 271-273, 325, 362, 371n
  • partijdigheid 100
  • partituur 357
  • pasrichting 16, 35
  • passief 329
  • pathos 359
  • perceptie en apperceptie 58, 59, 59n, 62n, 319
  • percepties, kleine (Leibniz) 64, 199n
  • perfectie (volkomenheid) 43, 48, 49, 50, 72, 89n, 99-103, 104, 115n, 300, 316, 317
  • performance 359, 360, 361
  • performantie 358
  • personages 79, 359, 360, 361
  • persoon(lijk) 229, 267, 288, 355
  • perspectief 53, 59, 151, 219, 225, 227, 228, 291, 319, 345, 346; -loos 139, 150
  • pijn 181, 302
  • planten 57
  • platonisten (platoons) 142n, 218
  • plicht 106
  • poëzie (gedicht) 16, 50-52, 78, 90n, 126, 129, 142n, 163, 170, 283, 285, 307n, 329, 353
  • politiek 363
  • popmuziek 35n, 103
  • pornografie 188
  • positivisme 201, 202, 203, 221n, 242, 244n, 259, 267, 281
  • postkantianen 339
  • pragmatisch 284, 288
  • praktijk (en institutie) 153, 278, 359
  • praktische imperatief 331
  • predikaat-in-subject principe 54-55, 61n, 174n
  • presentatie (van het idee) 156, 164-170, 338
  • prijzen 262
  • prikkels 100
  • primaire kwaliteiten (zie ook: kwaliteiten) 65-66
  • principe van bekendheid 17
  • principium individuationis (individueringsprincipe) 183, 185
  • privé-taal argument 290, 301-304, 306n, 370n
  • privaat / privé 64, 88n, 98, 222n, 231
  • procedures 77
  • proces 209, 321, 364
  • product 364
  • projectie 114n, 229, 261
  • propaganda 363
  • proportie 28, 72, 90n, 103, 282
  • proposities 84, 152, 195
  • proprioceptie 199n
  • psychologie (psychologisch) 72, 77, 110, 201, 203, 280, 325, 337, 342, 343, 353, 356
  • psychologisme 201-205, 208, 241, 279, 353
  • publiek, het 50, 235, 238, 357, 361

R

  • rationalisme 17, 39-50, 52, 53, 81, 82, 83, 93, 95, 130-133, 138, 143n, 157, 174n, 175n, 315, 338
  • rationaliteit (zie: rede)
  • readymades 142n
  • realisme 195-196, 220, 269, 271-273, 275n, 289, 302, 369n, 370n; indirect 88n; Ingarden 220-221, 353; naïef direct 88n, 89n; platoons 204, 208
  • rechtvaardigheid 362
  • reclame 252, 261
  • rede (rationaliteit) 44, 49, 76, 82, 85, 138, 144n, 192, 193, 194, 195, 224, 242, 253, 256, 257, 274n, 332; redelijk(heid) 150, 234, 242, 271; redenen 89n, 195; redeneren 43, 52, 57, 60n, 67, 79, 82, 86, 87, 90n, 95, 97, 98, 173, 178, 296, 297
  • reductionisme (reductie) 203, 221n, 316
  • reflectie 136, 334, 341
  • reformatie 224
  • regelmaat 86, 108
  • regels 71, 77, 106, 111, 119, 138, 330, 358; van de kunst 80-81, 98, 123, 140n, 328
  • regisseur 359
  • relaties (relationeel) 318, 364
  • relativisme (subjectivistisch) 59, 88n, 202, 208, 214, 299, 352, 354
  • religie 16, 178, 280; Hegel 147, 153, 154-157, 158, 337; symbolische 147
  • representatie 156, 279, 357, 358, 362
  • reproductie 261, 263, 274n
  • repsychologiseren 369n
  • reputatie 80
  • restant (zie bron en restant)
  • retina 88n
  • retorica, welsprekendheid 48, 78, 123, 140n, 142n, 317, 318, 351, 358-359
  • reuk 65
  • revolutionair bewustzijn (bewustzijn revolutioneren) 250, 257, 364
  • risico 235
  • ritueel 357, 358, 359, 362, 371n
  • roman 357
  • romantiek/romantisch 35n, 148, 170, 177-199, 223, 224, 225, 233, 235, 243, 249, 257, 262, 339
  • ruilwaarde 261, 268
  • ruimte 133-134; en tijd 94, 134, 143n, 171, 179, 180, 181, 182, 190, 191, 194
  • rust 69

S

  • Sachen, Zu den 202
  • samenleving (maatschappij) 250, 252, 254, 255, 259, 261, 262, 264, 265, 266, 268, 269, 339, 353-359, 362
  • samenspel 358, 359
  • samenvatting, samenhang 69, 78
  • Satz vom Grunde (zie voldoende rede) 190-195
  • scepticisme 86, 87, 88-9n, 192, 195-196, 204, 302, 309n, 366n
  • schaamte 272
  • schematische vorm 207
  • scherpzinnigheid 49
  • schijn 159, 230, 256-258
  • schilderij 110, 290
  • schilderkunst 50, 126, 170, 206, 245n, 274n, 329, 346
  • schone kunsten, het moderne systeem van de ; 15-18, 89n, 90n, 96, 117, 124-130, 126-130, 159, 165
  • schoonheid 17, 18, 20-34, 50, 66, 67, 69, 74, 96, 97, 105, 106, 111, 117, 156, 167, 187, 213, 248, 282-287, 315, 316, 317, 323, 326, 327, 335, 336; definitie 23, 40, 46-48, 282, 316, 367n; dik en dun 34; gunst of gift 25; ideaal van 113n, 121-122; van de kunst (zie: kunstschoonheid); mathematische 36n; menselijke (zie: menselijke schoonheid); moreel ingewikkeld 29-32, 34; natuur- (zie natuurschoonheid); object-, panorama en omgevingsmodel 21-24, 33, 36n, 59n; soorten (Hume) 69-71, 72; symbool van het moreel goede 122; vrij of afhankelijk 103, 334, 366n
  • schoonheidsideaal 37n, 141n, 197n, 245n
  • schoonheidsoordeel 80, 322, 326
  • schouwing 217
  • schrijver 79
  • sculptuur 50-52, 76, 127, 142n, 170
  • secundaire kwaliteiten (zie ook kwaliteiten) 65-66, 75, 76, 89n
  • secundaire objecten 142n
  • seks 188
  • selectie, natuurlijke en seksuele 332
  • semiotiek 370n
  • sensus communis 111, 231, 330, 367n
  • smaak 49, 50, 66, 71, 76, 89n, 90n, 93, 162, 214, 231, 285, 306n, 316, 326, 330
  • smaak, principe van 138
  • smaakoordeel 106, 267, 284, 329, 330, 334, 352; doelmatigheid 96; Hume 72, 74, 77, 80; Ingarden 214-217; Kant 96-107, 111, 136-138, 240, 324-336, 338, 352; kwaliteit, kwantiteit, modaliteit 96; reflectief 97, 104-105, 112; zuiver en/of afhankelijk 100, 103-104, 109, 113n, 137, 244n, 333, 334, 368n
  • snapshot 321
  • snobisme 79-80, 238
  • socialistisch-realisme 363
  • sociologie (sociale wetenschappen) 201, 242, 250, 259, 325
  • solipsisme 302
  • soort 183
  • speculatie 95, 201, 344
  • speech act theorie 370n
  • spel 280, 359, 361
  • spelregels 235
  • spiegel 32, 37n, 306n
  • sport 359-362
  • sporters 361
  • spreken 288, 309n
  • staat, de 153
  • stalinisme 363
  • standpunt 75, 76, 77
  • statistisch 78, 325
  • stemming 202
  • stijl 252, 259, 318, 337
  • structuur, muzikale 326
  • sub specie eternitatis 300
  • subject, transcendentaal; 204, 205, 221, 228
  • subject (subjectiviteit); 15, 28, 30, 33, 71, 97, 100, 104, 105, 106, 108, 111, 114n, 137, 147, 151, 160, 163, 180, 181, 195, 204, 222n, 225, 232, 235, 248, 254, 267, 268, 269, 317, 320, 323
  • subjectivisme; 76, 89n, 208, 216, 232-234, 282
  • substantie; 55, 62n, 94, 135
  • substitutietheorie; 310n
  • succesnotie; 296
  • superveniëntie; 366n
  • surrealisme; 265, 266, 274n, 290
  • symbolische kunstvorm; 168, 170
  • symbool; 236, 239, 241, 286, 329-332, 359, 361, 367n
  • sympathie; 69, 76-77, 89n
  • symptoom; 286
  • synchroon (waarneming); 295, 320, 321
  • synthetisering; van zintuiglijke gegevens; 94, 105, 134, 205

T

  • taal; 72, 193, 207, 216, 281, 338; -filosofie; 278, 371n; -spel; 277-282, 283, 284, 285, 288, 289, 294, 299, 300, 302, 303, 365
  • tabula rasa; 83
  • talent; 80, 123, 124, 141n
  • tand des tijds; 76, 162, 259, 323, 325, 338
  • tautologie; 86, 300
  • techniek (technisch); 253, 258, 261, 263, 265, 274n
  • tegenspraak; 46, 62n, 67, 201
  • tekening; 109
  • tekens; 49, 50
  • tekst; 226
  • teleologisch; 167, 197n, 234, 248, 333
  • televisie; 261
  • tempel; 170
  • tempo; 238
  • terminologie; filosofische; 83, 84
  • thema's; 46, 255, 316
  • theorie; 247, 277, 278, 301
  • these, antithese, synthese; 151
  • tijd; 133-134, 143n, 226, 238, 357; -geest; 357
  • timing; 283
  • toekomst; 54
  • toeschouwer; 235
  • tonaliteit; 255, 266
  • toneel; 129, 237, 359
  • tonen, toonkunst; 109, 129
  • totaliteit; 257, 270
  • traditie; 224, 229, 238, 241, 242, 263, 264, 354
  • transcendentaal ideëel; 134, 139; analyse (kritiek, grond, of redenering); 93, 94, 97-112, 133, 136, 139, 173, 193, 198n, 204, 217, 219, 313n; deductie; 136-138
  • transparantie; 310n, 354
  • tuinkunst; 16, 127, 188
  • tulp; 106
  • tweede-persoons; 304
  • twijfel (methodisch experiment); 130
  • twintigste eeuw; 200-314
  • type; 326

U

  • uitdrukking; (expressie); 122, 148
  • uiterlijk; 297, 333, 335
  • uitsluiting; 251, 256
  • uitvoering(spraktijk); 207, 237, 356-358
  • unified science; 244n
  • universalia; 56, 61n, 62n, 199n, 204, 325, 349
  • universaliteitsaanspraak (zie geldigheid); 271, 326
  • ut pictora poesis; 50
  • utopie; 250, 257, 265, 272, 363

V

  • vaardigheden; 194
  • verbeelding; 78, 107, 178, 220, 294, 295, 311n, 316; Hume; 64, 82, 86; Kant; 49, 95-96, 108, 118, 128, 282; produktieve; 95; reproduktieve; 95, 96, 112n
  • verf op het canvas; 42
  • vergelijking; 79
  • vergeten; 244
  • verhaal(structuur); 49, 359
  • verhevenheid; 140n, 188, 213
  • verklaring; 241-244, 298
  • verlangen; 187, 210
  • verleden; 54, 86
  • Verlichting; 35n, 268-272, 178, 223, 224, 230, 231, 241, 242, 249, 253, 254, 268, 353, 362
  • verlossing; 187, 190, 257
  • vermaak; 124, 128
  • vermogens (van de geest); 69, 297
  • verrassing; 241
  • verschijnselen; (verschijning); 64, 131, 139, 183, 184, 205, 219, 257, 265, 334
  • verst gevorderde technieken; (Adorno); 265
  • verstand / intellect; zie ook categorieën; 66, 69, 74, 78, 81, 95, 107, 108, 118, 133, 138, 144n, 151, 165, 171, 180, 181, 192, 193, 194, 195, 196, 282, 323, 330, 332
  • vervreemding; 263, 267
  • verwijzing; 69, 279
  • videoclips; 262
  • vindingrijkheid; 49
  • vlucht; 128, 342, 343
  • voldoende rede, principe van; 47, 190-195, 197n
  • volkomenheid (zie perfectie); 225
  • voorbeelden; 288, 346
  • voorbeeldig (exemplarisch); 119, 140n, 328, 336
  • voorgeschiedenis; 53
  • voorkeuren; 101, 136, 324-327, 329, 332, 341
  • vooroordelen; 78, 79, 111, 202, 223-231, 242, 307n, 353, 354
  • voorspellen; 85, 87
  • voorstellingen; 179, 181, 182, 192, 193, 195, 199n
  • vooruitgang; 123
  • vooruitzien; 49
  • voorwaarden; noodzakelijke; 105
  • vorm (en inhoud); 163, 338
  • vormen van de aanschouwing; zie: aanschouwing, vormen;
  • voyeurisme; 28
  • vrij spel van de kenvermogens; 101, 107, 109, 110, 117, 119, 122, 282, 324, 335, 336
  • vrijheid (vrije wil); 122, 297
  • vruchtbaarheid; 48, 50, 317

W

  • waarden (waardering); (esthetisch en artistiek); 90n, 208, 284, 298, 307n, 313n
  • waarheid; 84, 150, 155, 193, 203, 224, 237, 240, 247, 248, 250, 317, 363; esthetische; 44-46, 258-259, 263; feitelijke; 67, 85; filosofische; 172, 173, 197n; noodzakelijk en contingent; 54-55, 61n; zintuiglijke; 41-50, 53
  • waarheidsgehalte van kunst; 258, 266, 363, 364
  • waarneming; 17, 43, 68, 78, 84, 88n, 90n, 112n, 134, 180, 209, 211, 227, 269, 318, 320, 321, 322, 324, 327, 366n; Baumgarten; 39-50, 315-320, 317, 320, 335; dik en dun; 59n, 141n; Gadamer; 232; Hegel; 148-154, 336; Hume; 63-66, 77, 171, 320-322; Kant; 93-97, 99, 112n; Leibniz; 53, 57-59, 61n, 320; Schopenhauer; 177-183, 185, 199n; Wittgenstein; 279, 283, 289, 291, 295, 310n
  • waarnemingsoordelen; 94, 134
  • waarschijnlijkheid; 46, 48, 85
  • warenkarakter; 262
  • wederkerigheid; sociale; 30
  • wedstrijd; 359, 362
  • welbespraaktheid; 126
  • wereldbeeld (-beschouwing); 220, 234, 298
  • werkelijkheid; 52, 53, 55, 67, 89n, 133, 150, 151, 164, 173, 180, 195, 218, 220, 221, 237, 248, 249, 252, 257, 271, 297-299, 313n, 324, 340, 342, 343, 350, 365n, 369n, 370n; objectieve; 351; op zichzelf (Ding an sich); 138, 177-183, 188-190, 191, 195
  • werkingsgeschiedenis; 227-228
  • Wesensschau; 204, 218, 279
  • wet; 107
  • wetenschap van kunst; 160, 162
  • wetenschap van schoonheid; 123
  • wetenschappen; 15, 40, 43, 44, 47, 57-58, 64, 85, 124, 141n, 158, 159, 172-173, 178, 181, 184, 186, 193, 201-205, 223, 228, 241-244, 268, 275n, 278, 320, 324, 341, 366n
  • wetenschapsfilosofie (-geschiedenis); 88n, 244n
  • wijn; 74-75
  • wil (en Wil); 74, 179, 181-183, 188, 195, 262, 296, 313n, 339-340, 341, 342, 343, 346, 347, 363
  • wiskunde; 56, 84, 85, 130
  • woord (woordenboek); 94, 281
  • work in progress; 263, 364

Z

  • zang; 103
  • zedelijkheid; 122
  • zekerheid; 48, 302
  • zelf, het; 150; -begrip; 233; -behoud; 254; -bewustzijn; 49, 153, 159, 168, 173, 187, 195, 234, 248, 337; -doel, innerlijk; 156
  • zeventiende eeuw; 17
  • ziel; 53, 57, 91n
  • zien; 291, 296
  • zien-als (aspectwaarneming); 291-297, 310n
  • zien-in; 310n
  • zijn (en verschijning); 131
  • zintuig; gedeeld; 111; inwendig (gemoed); 133
  • zintuigen; 65, 66, 67, 74, 81, 84, 86, 94, 107, 110, 192, 197n, 294
  • zintuiglijke; waarheid en illusie; 142n; vormen, gegevens; 155, 219, 346
  • zintuiglijkheid; 23-24, 41, 43, 44, 48, 49, 50, 52, 56, 62n, 63, 100, 106, 133-134, 158, 162, 195, 209, 273
  • zondeval; 154
  • zuiver subject van het kennen; 185-187, 341
  • zuiverheid; 233

 

Weblog

Philosophy of the Arts, a blog by Rob van Gerwen

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z